(Hoofdmenu)->Ga naar
boekhouding->Boekhouding->(Boekhouding)->Stamgegevens->Artikelen
en Voorraad |
Voorraad en artikelen
Inleiding
In Pap
hebben we twee verschillende manieren om de voorraad bij te houden. Beide methodes kunnen door elkaar worden
gebruikt in uw administratie:
Methode 1: Zonder
subadministratie in het grootboek. Aantallen kunnen dan via kassa, orders of projecten per
filiaal in een aparte tabel worden bijgehouden. De boekwaarde kan desgewenst
via de inkoopprijs (plaatje 1 bij 10) in het grootboek worden bij- of
afgeschreven op een balansrekening naar keuze (plaatje 1 bij 4).
Methode 2: Als subadministratie per
artikel in het grootboek. Met deze
methode bent u minder flexibel. U wordt dan ook aangeraden om deze methode
alleen te gebruiken voor bulkgoederen e.d. die u gedurende lange tijd tegen een
variabele prijs inkoopt. GEBRUIK IN ALLE ANDERE GEVALLEN METHODE 1.
Artikelen |
||
Methode |
Boekwaarde |
|
1 Zonder
subadministratie |
Met
inkoopwaardeboeking |
Wanneer u
‘inkoopprijs’ en ‘rekening inkoopprijs’ invult wordt er bij verkoop een tegenboeking
gemaakt op de balansrekening voor inkoopprijs. Hiermee houdt u dus wel de
boekwaarde in het grootboek bij, niet de aantallen (deze worden bij gebruik
van kassa, orders of projecten in een aparte filiaalvoorraad tabel wel
bijgehouden). |
2 Met
subadministratie |
Fifo |
First in
first out |
Lifo |
Last in
first out |
|
Gemiddelde
Boekwaarde |
Gemiddeld
over alle eerdere in-en verkopen |
|
Vaste
prijs |
Vaste
prijs |
1 Zonder
subadministratie |
Voordelen |
Werkt
veel makkelijker. U kunt bijvoorbeeld tijdelijk een negatieve voorraad
aanhouden door verkopen te boeken voordat u de inkoopboeking hebt ingevoerd |
|
Nadelen |
Boekwaarde
van de totale voorraad kunt u op de balans bijhouden, maar aantallen en
boekwaarde per artikel alleen wanneer u gebruik maakt van kassa, orders of projecten (in de aparte tabel voor voorraad per
filiaal). |
2 Met
subadministratie |
Voordelen |
Nauwkeurige
boekwaardeberekening aan de hand van de gehele in- en verkoopgeschiedenis. |
Nadelen |
U kunt geen
verkoopboeking doen wanneer er geen boekwaarde berekend kan worden, u moet
dus altijd eerst uw inkoop geboekt hebben op een boekdatum voorafgaand aan uw
verkoop-boekdatum. U kunt
minder makkelijk de voorraad van een artikel naar een andere grootboekrekening
verplaatsen omdat er journaalposten aan ‘hangen’ die niet zomaar verplaatst
mogen worden. Corrigeren
van boekwaarde is minder makkelijk |
1) Artikelen zonder subadministratie (methode 1)
Nieuwe artikelen
invoeren kan in Pap op veel manieren. Bijvoorbeeld door in het kassascherm een
barcode in te voeren die niet bestaat, of in het artikelzoekscherm op de knop
‘Nieuw artikel’ (knop 1, plaatje 9) te klikken.
Ook is
er een mogelijkheid om artikelen te importeren dan wel bij te werken vanuit een
extern Excel bestand. Hieronder het invoerscherm voor artikelen.
Plaatje 1: Invoerscherm artikelen (grootboekrekening
‘-1 geen voorraad’ betekent dat u zonder subadministratie werkt).
Nieuw artikel toevoegen |
|
1 |
Kiest u
bij 1: '-1 Geen voorraad bijhouden' dan legt u geen subadministratie aan voor
dit artikel (methode 1) |
2 |
De
rekening waarop de omzet bij verkoop wordt weggeschreven
(winst/verliesrekening). |
3 |
De
rekening waarop de inkoopwaarde van de omzet bij verkoop wordt weggeschreven
(winst/verliesrekening). |
4 |
Balansrekening
voor bij- of afboeken van de inkoopprijs (hierop wordt dus de boekwaarde van
de voorraad bijgehouden). |
5 |
U kunt de
artikelen indelen in categorieen, deze worden op verschillende plaatsen in
het programma weer gebruikt. |
6 |
Desgewenst
kunt u een artikelcode toevoegen. Hierop kan het artikel worden opgezocht
(zie plaatje 9 bij 4). Kan ook in de factuur worden afgedrukt. |
7 |
Verkoopprijs. |
8 |
Moet de
prijs inclusief of exclusief geinterpreteerd worden? Belangrijk voor de
afronding van de BTW. Bv: In geval van inclusief wordt de inclusieve prijs
altijd aangehouden, de exclusieve prijs kan varieren door
afrondingsverschillen in de BTW. Simpel gezegd: Een artikel kost
0,10 ex BTW. Dit is dan 0,12 inclusief. Maar verkoopt u er 10 stuks van dan
is dit 1,19 inclusief. Verkoopt u 10 stuks van een artikel dat 0,12 inclusief
BTW geprijsd is dan is dat 1,20 inclusief. |
9 |
Het
BTW-tarief (in de vorm van een BTW-alias)
dat standaard bij inkoop en verkoop moet worden gehanteerd. |
10 |
Inkooprijs.
Ook hiervoor geldt: Inclusief of exclusief aan de hand van wat er bij 8 is
ingevuld. |
11 |
Naam
artikel (moet uniek zijn). |
12 |
Omschrijving
eenheid. Bijvoorbeeld: ‘doosje 10 st.’ of ‘kilogram’. |
13 |
Omschrijving
eenheid wel of niet vermelden in de factuur. |
14 |
De
omschrijving voor het artikel zoals die in de factuur zal worden gebruikt. Laat
u dit leeg dan wordt de omschrijving bij 11 gebruikt. |
15 |
Barcode
(moet uniek zijn). |
Voor
artikelen die eenmaal zijn ingevoerd is er het detailscherm met extra tabbladen
voor minder gebruikte gegevens en eventueel zelf gemaakte extra velden.
Plaatje 2: Artikeldetailscherm tabblad ‘Algemeen’.
Hier vindt
u de meest gebruikte gegevens. Bij ‘Actief J/N’ kunt u aangeven wanneer een
artikel niet meer gangbaar is. De gegevens blijven dan bestaan (om volledige
rapportage over eerdere boekjaren te kunnen opleveren) maar u ziet het artikel in de meeste
overzichten en zoekschermen niet meer terug.
Plaatje
3: Artikeldetailscherm tabblad ‘Boekhouding’.
Hier vindt
u de grootboekrekeningen voor omzet en voorraad.
Plaatje
4: Artikeldetailscherm tabblad ‘Kassa en Orders’.
Kassa en Orders |
|
Default
magazijnlocatie |
Gebruikt als
standaardlocatie bij orders en projecten |
Artikelgroep |
Bij
staffelkortingen (zie orders) worden kortingen per artikelgroep berekend. |
Gewicht |
Gebruikt
bij verzendkosten (orders) |
Volume |
|
Standaard
leverancier |
Bijvoorbeeld
bij projecten wordt dit gebruikt om de leverancier in te vullen wanneer deze
niet expliciet is opgegeven (tabblad
calculatie plaatje 1, knop 14 en 15) |
Melding
weergeven |
Een
opmerking of waarschuwing voor de kassiere bij aanslaan van het artikel. |
Serienummer
opgeven |
Indien
aangevinkt moet de kassiere een serienummer opgeven (kassaverkoop) bij
aanslaan van het artikel. |
Prijs
vragen |
Indien
aangevinkt moet de kassiere een prijs opgeven bij aanslaan van het artikel. |
Artikelnaam
vragen |
Indien
aangevinkt moet de kassiere een omschrijving opgeven bij aanslaan van het
artikel. |
Bestelcodes
per leverancier |
Als u
voor een artikel verschillende leveranciers hebt kunt u een artikelnummer en prijs
per leverancier opgeven. Bv. Inkoopprijs bij Boersma is 25,00 per 10 stuks.
Bestelt u via een inkooporder 1 eenheid bij Boersma dan wordt dit intern in
Pap omgerekend naar 10 stuks. Op de bestelbon komt ‘1 doos’ te staan voor
25,00. Bij één op één omrekenfactor leeglaten. |
Plaatje
5: Artikeldetailscherm tabblad ‘Voorraad per Filiaal’.
Hier kunt u
de voorraad in verschillende filialen bekijken en eventueel bijwerken via de
rechtermuisknop.
Plaatje
6: Artikeldetailscherm tabblad ‘Gekoppelde artikelen/Actieprijzen’.
In het
voorbeeld hierboven willen we 4 binnenbanden voor de prijs van 3 aanbieden. Bij
elke vierde binnenband (via kassacherm) wordt automatisch 1 binnenband in
mindering gebracht.
Ook andere
mogelijkheden voor actieprijzen en kortingen zijn aanwezig. Zie hiervoor kassa
en orders.
Plaatje
7: Verkoop binnenband vanuit het losse verkoopboek.
2) Artikelen met subadministratie (methode 2)
Om voorraad
en artikelen in een subadministratie op te nemen moet aan de volgende twee
voorwaarden voldaan zijn:
1)
Er moet
tenminste één grootboekrekening voor voorraad in het systeem aanwezig zijn (zie
voor het aanmaken van grootboekrekeningen en dagboeken
aldaar).
2)
Er moeten
artikelen zijn ingevoerd (ga hiervoor naar
(Boekhouding)->Stamgegevens->artikelen en voorraad->artikelen).
Een
overzicht van de speciale grootboekrekeningen die gebruikt worden in de
voorraadadministratie:
Rekening
voor voorraad |
Deze
rekeningen moeten door de gebruiker worden aangemaakt. Iedere boekingsregel
op één van deze rekeningen heeft betrekking op één artikel en op een aantal eenheden
van dit artikel. Van geen van de artikelen mag de voorraad op enig moment een
negatieve boekwaarde krijgen. De rekening moet dus in het totaal ook altijd
een debet saldo hebben. Het aantal beschikbare eenheden voor een artikel mag
ook op geen moment kleiner dan nul worden. Wanneer een boeking gedaan wordt
waarbij het aantal eenheden nul wordt moet ook de boekwaarde nul worden en
andersom. |
Winst/Verliesrekening
voor verkoop |
Hiervoor
kan iedere grootboekrekening uit de Winst/Verlies administratie worden
gebruikt. Wordt gebruikt om winst of verlies bij verkoop op te boeken. |
Wanneer
een artikel wordt verkocht voor een bepaalde prijs wordt een deel van de prijs
gebruikt om de boekwaarde van het verkochte artikel af te boeken (creditboeking op de rekening
voor voorraad). Het restant is winst en gaat naar de winst/verliesrekening
(creditboeking op winst/verliesrekening).
Hebt u
bij ‘rekening kostprijs’ iets ingevuld dan wordt de winst nog gesplitst in
omzet en kostprijs.
De artikelen
hebben in het algemeen geen constante inkoopprijs. Het kan dus zijn dat we
iedere maand een hoeveelheid van een bepaald artikel inkopen, telkens tegen een
andere inkoopprijs. Tussendoor worden er dan ook nog hoeveelheden van dit
artikel verkocht.
U kunt
zich voorstellen dat het bepalen van de boekwaarde onder deze omstandigheden
geen eenduidige zaak is. Bij het aanmaken van een artikel moet u dan ook één
van vier methodes voor boekwaardeberekening opgeven:
First in
first out |
Hier
wordt de oudste inkoopprijs als eerste verkocht. Wanneer de voorraad voor
deze oudste inkoop in z’n geheel verkocht is gaan we verder met de één na
oudste inkoop etc. |
Last in
first out |
Hier
wordt de meest recente inkoopprijs als eerste verkocht. |
Gemiddelde
boekwaarde |
Hier
wordt telkens de totale boekwaarde van de aanwezige voorraad voor een bepaald
artikel gedeeld door het aantal aanwezige eenheden op dat moment. |
Vaste
verrekenprijs |
Hier
wordt gebruik gemaakt van een vaste prijs per eenheid die van tijd tot tijd
met de hand kan worden bijgesteld. |
|
|
|
De boekwaardeberekening voor
een artikel kan tussentijds worden veranderd. |
Wanneer
uw bedrijf een fabriek of werkplaats is waar eindproducten worden gemaakt uit grondstoffen
of onderdelen dan zal het van tijd tot tijd nodig zijn een nieuwe voorraad
eindproducten bij te boeken, waarbij dan tegelijkertijd een hoeveelheid
grondstoffen of onderdelen moet worden afgeboekt.
Om dit
mogelijk te maken kunnen recepten worden gemaakt. Het aanmaken (assembleren)
van een hoeveelheid eindproduct kan dan door in het memoriaal het recept aan te
geven samen met de hoeveelheid die ervan moet worden aangemaakt. Het bijboeken
van het eindproduct en het afboeken van de grondstoffen gaat dan verder
automatisch.
De-assembleren
kan ook. Wanneer een te grote hoeveelheid van een eindproduct is aangemaakt en
er wordt besloten het product uit elkaar te halen en in onderdelen terug te
boeken naar de voorraad grondstoffen kunnen we op dezelfde manier als hierboven
te werk gaan. Het enige verschil is dat we dan bij hoeveelheid (zie plaatje 13)
aan te maken artikelen een negatief getal moeten invullen.
Gebruik
Voorbeeld:
een rijwielhandelaar koopt 200 fietsbellen, 100 bagagedragers en 100 fietsen.
In de werkplaats monteert hij de bagagedragers en fietsbellen op de fietsen en
hij noemt het zo ontstane eindproduct: ‘Mountainbike Rasmussen’.
Plaatje
8: Aanmaken van een artikel.
Plaatje
9 – 11: Inkopen onderdelen.
Plaatje
12: Recept maken voor assembleren eindproduct.
Plaatje
13 – 15: Assembleren 15 stuks eindproduct.
Plaatje
16 – 19: Verkopen van 3 stuks eindproduct.
Een
nieuw artikel aanmaken via (Boekhouding)->Stamgegevens->Artikelen en
Voorraad->Artikelen. Na invullen van de gegevens wordt het scherm gesloten
en is het artikel ingevoerd.
Plaatje 8: Invoerscherm artikelen met
subadministratie (methode 2).
Nieuw artikel toevoegen |
|
1 |
Kiest u
bij 1 een grootboekrekening voor voorraad dan legt u voor dit artikel een
subadministratie aan. |
2 |
De
rekening waarop de omzet bij verkoop wordt weggeschreven
(winst/verliesrekening). |
3 |
De
rekening waarop de inkoopwaarde van de omzet bij verkoop wordt weggeschreven
(winst/verliesrekening). |
4 |
Boekwaardeberekening
(FIFO, LIFO, gemiddeld of vaste prijs). |
5 |
U kunt de
artikelen indelen in categorieen, deze worden op verschillende plaatsen in
het programma weer gebruikt. |
6 |
Desgewenst
kunt u een artikelcode toevoegen. Hierop kan het artikel worden opgezocht.
Kan ook in de factuur worden afgedrukt. |
7 |
Verkoopprijs. |
8 |
Moet de
prijs inclusief of exclusief geinterpreteerd worden? Belangrijk voor de
afronding van de BTW. Bv: In geval van inclusief wordt de inclusieve prijs
altijd aangehouden, de exclusieve prijs kan varieren door
afrondingsverschillen in de BTW. Simpel gezegd: Een artikel kost
0,10 ex BTW. Dit is dan 0,12 inclusief. Maar verkoopt u er 10 stuks van dan
is dit 1,19 inclusief. Verkoopt u 10 stuks van een artikel dat 0,12 inclusief
BTW geprijsd is dan is dat 1,20 inclusief. |
9 |
Het
BTW-tarief (in de vorm van een BTW-alias)
dat standaard bij inkoop en verkoop moet worden gehanteerd. |
10 |
Inkooprijs.
Ook hiervoor geldt: Inclusief of exclusief aan de hand van wat er bij 8 is
ingevuld. |
11 |
Naam
artikel (moet uniek zijn). |
12 |
Omschrijving
eenheid. Bijvoorbeeld: ‘doosje 10 st.’ of ‘kilogram’. |
13 |
Omschrijving
eenheid wel of niet vermelden in de factuur. |
14 |
De
omschrijving voor het artikel zoals die in de factuur zal worden gebruikt. Laat
u dit leeg dan wordt de omschrijving bij 11 gebruikt. |
15 |
Barcode
(moet uniek zijn). |
Hier heeft men juist de
grootboekrekening ‘Voorraad’ geselecteerd in het inkoopboek. Het scherm ‘Artikel
zoeken’ vraagt om artikel en hoeveelheid. Na sluiten van dit scherm worden de
gegevens ingevuld.
Plaatje 9: Zoekscherm artikelen
Zoekscherm artikelen |
|
Met de opties bij 7, 9, 10 en 12
kunt u het totale artikelenbestand filteren. Door op één van de regels boven
te gaan staan (zie ‘fietsbel’) selecteert u een artikel. Door het scherm te sluiten
voert u de keuze door. |
|
1 |
Als het
artikel nog niet in het systeem staat kunt u het met deze knop direct
aanmaken. |
2 |
<Alt +
F>. Artikeldetailscherm openen (voor de geselecteerde regel). |
3 |
<Alt +
C>. Aantal eenheden (bij ruilen/terugnemen negatief invullen). |
4 |
<Alt +
B>. Spring direct via de artikelcode naar het gewenste artikel. |
5 |
<Alt +
Z> of <Home>. Spring direct via de naam naar het gewenste artikel. |
6 |
<Alt + A> of <Page up>. Spring direct via
barcode/streepjescode naar het gewenste artikel. |
7 |
<Alt +
Q> of <End>. Filter op categorie van het artikel. |
8 |
<Alt +
D> Eerdere filters verwijderen. |
9 |
<Alt +
W>. Filter op leverancier van het artikel. |
10 |
<Alt +
S>. Filter op begin van de naam van het artikel. |
11 |
<Alt +
E> of <Page down> Geselecteerd artikel invoeren en scherm sluiten. |
12 |
<Alt +
X>. Filter op deel van de naam van het artikel. |
13 |
Barcode
intoetsen en direct naar het detailscherm gaan |
Het inkoopboek klaar om ingevoerd
te worden.
Plaatje 10: Inkoopboek met gegevens artikelen
Na boeken vind u het volgende
overzicht bij (Boekhouding)->Stamgegevens->Artikelen en
Voorraad->Artikelen.
Plaatje 11: Overzicht voorraad
Intussen
is ook artikel ‘Mountainbike Rasmussen’ aangemaakt. We maken nu (plaatje 12)
een recept voor dit eindproduct via:
(Boekhouding)->Stamgegevens->Artikelen en Voorraad->Receptuur en
assemblage.
Plaatje 12: Detailscherm recepten
Recept detail |
|
1 |
Dit
artikel is het eindproduct van dit recept. |
2 |
Benaming van
het recept. Er kunnen meer recepten bestaan voor hetzelfde artikel. |
3 |
Maak met
deze knop een nieuwe receptuurregel. |
4 |
Dit zijn
de receptuurregels. Het eindproduct (1 mountainbike Rasmussen) wordt dus
gemaakt uit 1 bagagedrager, 1 fietsbel en 1 herenfiets nr. 3. |
5 |
Gebruik
deze knop om een bestaande receptuurregel bij te werken. |
Het memoriaal is nu geopend en er
is op de knop ‘Assembleren artikelen’ geklikt (zie memoriaal
knop 11). Na invullen van de gegevens wordt dit scherm gesloten en komen we bij
plaatje 14.
Plaatje 13: Assembleren hoeveelheid eindproducten volgens
een recept
Wizard assembleren/deassembleren |
|
1 |
Het
artikel dat moet worden aangemaakt. |
2 |
Recept
dat hierbij wordt gebruikt. |
3 |
Aantal
eenheden. Negatief bij deassembleren. |
4 |
Boekdatum. |
Zo komt het memoriaal er dan uit
te zien.
Plaatje 14: De memoriaalboeking
Na boeken vind u het volgende
overzicht bij (Boekhouding)->Stamgegevens->Artikelen en
Voorraad->Artikelen.
Plaatje 15: Overzicht voorraad
Nu gaan we het verkoopboek gebruiken
om 3 fietsen te verkopen voor 588,24 per stuk excl. BTW.
Eerst de voorraadwizard (zie verkoopboek plaatje 2 knop 5). Na invullen van de
gegevens kunt u het scherm sluiten en komt u bij plaatje 17.
Plaatje 16: Wizard verkoop voorraad
Het eerste scherm van het
verkoopboek.
Plaatje 17: Verkoopboek stap 1
Het derde scherm van het
verkoopboek.
Plaatje 18: Verkoopboek stap 3
Na boeken vind u het volgende
overzicht bij Stamgegevens->Artikelen en
Voorraad->Artikelen.
Plaatje 19: Factuurbrief en Overzicht voorraad
Herwaarderen van de voorraad en inkoopwaarde
Met knop 1 in plaatje 19 kunt u
een rapport uitdraaien van de voorraad per
boekdatum (hierbij worden alle boekingen na de opgegeven boekdatum buiten
beschouwing gelaten). Op deze manier kunt u dus de mutaties in de voorraad
weergeven. Naast de gegevens in plaatje 19 is in dit rapport ook het veld
‘inkoopwaarde’ beschikbaar. De inkoopwaarde is gelijk aan de boekwaarde tenzij
u via het memoriaal een speciale
‘herwaarderingsboeking’ hebt gedaan. Een herwaarderingsboeking is een
memoriaalboeking waarin u in één en dezelfde boeking (niet noodzakelijk met
dezelfde boekdatum voor alle regels) alle beschikbare voorraad voor een bepaald
artikel afboekt en tegelijkertijd weer bijboekt met een andere boekwaarde. Een dergelijke
boeking wordt in het memoriaal herkend als een herwaardering van de boekwaarde
en een correctie voor het omrekenen van de nieuwe boekwaarde naar de oude
inkoopwaarde wordt automatisch opgeslagen.
Vanaf het moment van herwaarderen
wordt aan de hand van de in- en verkoop van het artikel automatisch een
inkoopwaardecorrectie bijgehouden.
Opmerkingen
Bij
artikelen kunnen tabbladen met vrije velden worden aangemaakt om extra gegevens
te verschaffen en een betere rapportage mogelijk te maken.
Een eindproduct
kan meer dan één recept hebben. Dit maakt het onder andere mogelijk een artikel
op een andere manier te deassembleren dan het is geassembleerd.
Stel dat
in het voorbeeld hierboven op de geleverde fietsen al een bagagedrager aanwezig
was. In dat geval komt er bij assembleren van de fietsen dus ook een product
vrij! Stel dat de rijwielhandelaar besluit dat de vrijgekomen bagagedragers als
een nieuw artikel (bagagedrager nr. 2) in de voorraad moeten worden bijgeboekt.
Dit kan door het eindproduct in recept hierboven (plaatje 12 ) te beschouwen
als een halffabrikaat bestaande uit: 1 mountainbike en 1 bagagedrager nr. 2.
Door het
maken van een tweede recept voor dit halffabrikaat dat alleen bij de-assemblage
gebruikt wordt kunnen we het halffabrikaat splitsen in 1 mountainbike en 1
bagagedrager nr. 2.